De legende wil dat de vissers uit de Italiaanse stad Gaeta, ten noorden van Napels, dit recept van hartige inktvistaart hebben meegenomen toen ze zich kwamen vestigen in Sète.
Adrienne Virduci was de eerste die begon met de productie en de verkoop van de tielle sétoise. De families Dacé en Cianni hebben hun kennis en vakmanschap geërfd en staan garant voor het in stand houden van de traditie.
1 kg meel met een beetje gist
1 kg inktvis
250 g tomatenpuree
knoflook en peterselie
een laurierblad
een beetje Spaanse peper
een ui
een glas witte wijn
- Het deeg: maak een eenvoudig brooddeeg van het meel, het water en een mespuntje gist.
- De vulling: kook de inktvis in een court-bouillon.
Fruit ondertussen in een koekenpan de in reepjes gesneden ui, voeg vervolgens de knoflook, de peterselie en de tomatenpuree toe.
Licht laten kleuren, afblussen met de witte wijn en wat water, peper en zout toevoegen en 5 minuten laten stoven.
Als de inktvis gaar is deze met water afspoelen en in grove stukken snijden.
Als de saus een beetje is ingedikt, de inktvis, het laurierblad en een beetje Spaanse peper toevoegen en ongeveer een kwartier laten stoven, zodat er een redelijk dikke massa ontstaat voor het vullen van de tielle.
Rol het deeg uit tot een grote rechthoek en snijd er twee cirkels met een diameter van ongeveer 30 cm uit.
Leg de eerste cirkel in een bakvorm met een diameter van 28 cm en bedek het deeg met de vulling. Leg hier de tweede cirkel overheen bij wijze van deksel en plak de beide helften met behulp van een beetje water aan elkaar.
